|
Kleine tuttebollekakkie heeft een lepel in haar hand. Ze staat in de grote keuken van haar eigen restaurant en ze roert in alle pannen, in de tuttebolle-pap, ze bakt worstjes en kroketjes, ja - dat is ontzettend knap. Ze kookt tuttebolle-soepjes, ze maakt kip met appelmoes, ze bakt tuttebolle-visjes voor haar lieve kleine poes. Hier Minetje - proef een stukje, neem een hapje uit mijn hand. Maar Minetje wil niet proeven want het visje is van zand.
— Het Grote Versjesboek
(poem)
by Marianne Busser, Ron Schröder
(see stats)
|