|
Ze gingen de trap op en af en hij keek naar hun jongste kind dat door het huis werd gedragen, maar de Pool zag alleen de rails. Hij had het gevoel dat hij vanaf nu ook Jurek op de rails zou zien, losse onderdelen, nooit meer een geheel. Hij was er niet bang voor, hij zou ook zo van deze jongen, gefragmenteerd en wel. De Pool zou van de linkervoet van Jurek houden, van de rechterarm en van een oor, een oog. Van elk lichaamsdeel afzonderlijk. God of wat voor God doorging moest er maar weer een geheel van maken.
— Goede Mannen
(book)
by Arnon Grunberg
(see stats)
|