|
Ik kan vliegen, mijn vrouw kan vliegen, mijn kinderen kunnen vliegen, zei de vogel, als we de kans krijgen, zijn we ermee weg, terug naar Afrika. Ik kan zwemmen, mijn vrouw kan zwemmen, mijn kinderen kunnen zwemmen, zei de vis, als we de kans krijgen, zijn we ermee weg, terug naar de Noordzee. Ik heb een groot bakkes, mijn wijf heeft een groot bakkes, mijn kinderen hebben een groot bakkes, zei de krokodil, wij voelen ons hier thuis, wij blijven in Antwerpen.
— Rode Rozen
(book)
by Stan Lauryssens
(see stats)
|